Worden kinderen druk van sommige kleurstoffen?
Kleurstoffen in voeding zijn eigenlijk altijd ongevaarlijk en onschadelijk – anders zijn ze verboden. De toegestane kleurstoffen hebben allemaal een E-nummer, wat betekent dat ze zeer goed zijn onderzocht en getest.
Toch hebben sommige kinderen last van bepaalde kleurstoffen. Het gaat dan bijna altijd om zegeheten azo-kleurstoffen: stoffen die niet in de natuur voorkomen, maar chemisch gemaakt zijn.
Het gaat om de E-nummers 102, 107, 110, 122, 123, 124, 129, 151, 154, 155 en 180. Die chemische stoffen hebben soms prachtige namen, zoals zonnegeel, amaranth of briljantzwart. Als een van deze stoffen in een voedingsmiddel zit, moet dat op de verpakking staan.
Wetenschappelijk
Voor dat druktemakerseffect zijn ook wetenschappelijke aanwijzingen.
Als u vaststelt (of vermoedt) dat uw kind last heeft van deze stoffen, zorg er dan voor dat hij ze niet binnenkrijgt. Dus haal ze niet in huis, en laat het kind weten dat hij bepaald snoepgoed (van merk zus of zo) beter niet kan eten.
En eet hij het (per ongeluk) toch, en wordt hij heel druk - dan gaat dat vanzelf over.
Bedenk wel dat de verdachten kleurstoffen eigenlijk altijd in snoepgoed zitten, en dat kinderen ook heel druk kunnen worden van suiker.