Varkensvlees is populair om twee redenen: het is goedkoop, en het is makkelijk klaar te maken. Bovendien is het gevarieerd: gewone varkenslappen, 'haas' (biefstuk), karbonade, spare-ribs, spek en ham.
Het is goedkoop omdat varkens snel groeien en niet veeleisend zijn. Ze eten bijna alles, desnoods afval. Dat is dan weer reden waarom vroeger het religieuze voorschrift ontstond om die 'onreine' beesten niet te eten. Hoe hygiënisch de beesten tegenwoordig ook opgroeien, sommige mensen krijgen er ook nu jeuk van.
Beregeur
Omdat alleen de beste mannetjesvarkens ('beren') nakomelingen mogen maken, is er een groot overschot aan varkensjongetjes. Die worden snel vetgemest. Maar door de mannelijk hormonen stinkt hun vlees soms nogal. Om die 'beregeur' te voorkomen, worden de jochies al jong gecastreerd.
Dat castreren gebeurde tot 2009 vaak onverdoofd (au!). Tegenwoordig gebeurt dat verdoofd. Het is ook mogelijk de varkens te vaccineren, waardoor de testikelgroei wordt onderdrukt.