Met vruchten investeert een gewas in zijn voortplanting. Daarom zit fruit extra vol met voedingsstoffen in een grote diversiteit. Het is gewoon puur natuur krachtvoeding.
In fruit zitten soms ook natuurlijke gifstoffen; die zijn bedoeld om belagers (insecten) te weren. Die gifstoffen smaken vaak bitter, en daarom hebben boeren ze eruit veredeld, zodat mensen de vruchten kunnen eten. Maar om belagers (insecten) te weren spuiten ze er dan vaak weer gif op.
Zuiver en puur?
Fruit, zó geplukt van boom of struik, lijkt het toppunt van zuiver en puur. Puur natuur is het wel. Maar zuiver? Zuiver is gefilterd water, of een pilletje uit de fabriek. Een vrucht is eigenlijk per definitie onzuiver. Dat wil zeggen: je weet nooit precíes wat erin zit. De ene keer meer zoet, de ander keer meer zuur of bitterheid. En dat is juist wat fruit zo aantrekkelijk maakt: het is altijd een béétje een verrassing, maar je kunt erop vertouwen dat het lekker en gezond is.
Altijd hetzelfde
Helaas willen fruitboeren die verrassing zo veel mogelijk uitschakelen. Een Elstar appel of een Elsanta aardbei moet liefst altijd voorspelbaar smaken, telkens hetzelfde kleurtje hebben, een duidelijk omschreven grootte hebben, enzovoorts. En daar streven de boeren en tuinders naar "omdat de consument dat zo wil". Gelooft u het?
Het zijn vooral de handel en de supermarkts die precies willen weten wat ze kopen. Die exact willen weten hoeveel appels er in een doos of in een kilo gaan, of hoelang ze nog in de winkel kunnen liggen voordat ze melig worden. Supermarkten houden van eenheidsworst.