Vitamines zijn heel specifieke stofjes die we in kleine hoeveelheden nodig hebben voor een goede gezondheid. Een tekort aan vitamine leidt na verloop van tijd tot vermoeidheid en ziektes. Wat doen die vitamines eigenlijk?
Vitamines zijn biologisch actieve stoffen: ze dóen iets in ons lichaam. Ze zijn werkzaam binnen cellen, dus op heel kleine schaal. Vaak zijn ze nodig voor het opruimen van rommel of het herstellen van schade.
Maar ook voor de opbouw van het lichaam kunnen ze nodig zijn. Vitamine A bijvoorbeeld is, behalve ziektebestrijder, nodig voor opbouw en onderhoud van ons netvlies. Een langdurig gebrek aan vitamine A kan dan ook leiden tot slecht zien of zelfs blindheid.
Alle 13 goed
Er zijn 13 verschillende vitamines: A, C, D, E, K en van vitamine B de varianten 1, 2, 3, 5, 6, 8, 11 en 12. Een handig overzicht van wat ze doen, en waar ze in zitten, is te vinden bij Vitamine-info. Kort en overzichtelijk, maar nogal technisch-wetenschappelijk, is het overzicht op Wikipedia.
Tekort
Een tekort aan vitaminen merk je niet direct. Soms komen de gevolgen pas maanden later aan het licht, vooral onder stress. Daarom hoef je niet elke dag op te letten of je wel voldoende vitaminen binnen krijgt. Tenminste: als je gezond eet, dus voldoende groente en fruit, en gevarieerd.
Extra vitaminen
Sommige mensen kunnen wel extra vitamine nodig hebben. Zwangere en zogende vrouwen, peuters, ouderen, mensen met een donkere huid en mensen die weinig buiten komen, lopen het risico op een tekort aan vitimaine D. Babies tot drie maanden oud krijgen gewoonlijk extra vitamine K. Vrouwen die zwanger willen worden, doen er goed aan extra foliumzuur (vitamine B11) binnen te krijgen, liefst enkele maanden voordat de zwangerschap begint.
's Winters, als we geen zon op de huid krijgen, kan de inname van wat extra vitaminepillen (C en D) geen kwaad, maar overdrijf het niet. Een overdosis vitaminen is ook niet goed en kan tot gezondheidsschade leiden. Zie wat bijvoorbeeld voedingsprofessor Martijn Katan schrijft over nutteloze multivitamines.
Mineralen
Mineralen zijn ook nodig voor opbouw en onderhoud van ons lichaam. Het zijn veel eenvoudiger stoffen. Ze bestaan chemisch gezien uit maar één enkele stof, of beter gezegd één element: ijzer bijvoorbeeld, of calcium, of selenium. Mineralen zijn van zichzelf ook niet biologisch actief; het zijn 'alleen maar' (noodzakelijke) bouwstenen.
Van sommige mineralen hebben we maar heel weinig nodig, niet meer dan een spoortje. Daarom worden die wel 'spore-elementen' genoemd.
Chemische stoffen
Vitaminen en mineralen in feite chemische stoffen. Niet zo verwonderlijk, want ons hele lichaam is opgebouwd uit biologisch-chemische stofjes. Pure bio-chemie. Vitaminen zijn in een chemische fabriek gewoon na te maken. En dat gebeurt ook: zo ontstaan vitaminepillen. Toch zijn er aanwijzingen dat deze 'namaak'vitaminen niet altijd zo goed werken als het spul dat van nature verpakt zit in bijvoorbeeld fruit of vet of vlees.
Meer info
• Het Voedingscentrum heeft natuurlijk ook veel over vitaminen, maar verdeeld over heel veel artikelen.
• Food-Info zet wat vragen over vitaminen op een rij en geeft antwoord.
• Wie heel precies (per vitamine) wil weten in welke groente die te vinden zijn, kan kijken bij Plantaardig.
• Omgekeerd (per groente): welke vitamines zitten daarin? - kijk bij Stinkdier.
• Het al genoemde Vitamine-info is van het Vitamine Informatie Bureau; hierin participeren de grote geneesmiddelen- en vitamine-producenten.